Als verpleegkundige, gedoctoreerd in de Medische Wetenschappen, als Kamerlid voor de N-VA en ondervoorzitter van de commissie Volksgezondheid wil ik graag wijzen op de regionale verschillen die voor een groot deel voor de verspillingen in de gezondheidszorg verantwoordelijk zijn.
In de zakken van de patiënt?
Elke euro die wordt verspild - bijvoorbeeld aan een onderzoek dat opnieuw moet worden uitgevoerd omdat de resultaten niet in het dossier staan - kan immers niet meer aan mij of u besteed worden als we (zwaar) ziek worden. En alleen door de verspillingen eruit te knippen, komt er eindelijk geld vrij voor de verpleegkundigen, die hoogdringend naar opwaardering snakken.
De foute perceptie dat besparingen in de gezondheidszorg betekenen dat 'weer geld uit de zakken van patiënten wordt gehaald', is eindelijk bijgestuurd. Vandaag beseffen de bevolking én de minister dat het gaat om het aanpakken van excessen, verspild geld dat geen betere zorg betekent, maar budgetten ontneemt van zwaar zieken en zorgpersoneel. Alleen in Wallonië is dit besef nog niet volledig doorgedrongen.
Zo wordt gerationaliseerd in de medische beeldvorming. Het overtal aan CT-scans wordt teruggedrongen.
Uit recente cijfers blijkt dat vooral Wallonië daar een tandje bij te steken heeft. Liefst 46 procent van het totale aantal CT-scans wordt in Wallonië voorgeschreven, terwijl Walen maar 32 procent van de bevolking uitmaken. Bovendien stijgt het aantal CT-scans in Wallonië dubbel zo snel als in Vlaanderen.
Ondertussen zitten we aan twee miljoen onderzoeken per jaar, goed voor ruim 250 miljoen euro. Alleen landen als Griekenland doen het slechter. Daarmee wordt de bevolking niet alleen opgezadeld met de kosten van de onderzoeken, maar ook onnodig blootgesteld aan kankerverwekkende straling.
Medische dossiers
Ook op andere vlakken waar een betere zorg voor minder geld verwezenlijkt kan worden, hinkt Wallonië systematisch achterop. In Vlaanderen bijvoorbeeld wordt al een op de vier ingrepen via daghospitalisatie uitgevoerd, tegenover een op de vijf in Wallonië.
Ook op het vlak van het delen en centraliseren van medische gegevens, zodat onnodige dubbele onderzoeken vermeden worden én een betere behandeling verzekerd is, hinkt Wallonië achterop. Zo heeft 63 procent van de Vlamingen al een globaal medisch dossier, waarin alle medische gegevens beheerd worden. In het zuiden van het land is dat amper 40 procent.
In een globaal medisch dossier verzamelt de huisarts alle patiëntgegevens (voorgeschiedenis, geneesmiddelen, vroegere behandelingen en verslagen van andere zorgverleners), zodat de arts een totaalbeeld van de patiënt krijgt en behandelingen beter op elkaar kan afstemmen, waardoor overconsumptie (bijvoorbeeld door dubbele onderzoeken) vermeden kan worden.
Verschil wordt groter
Het verklaart in elk geval de eerdere bevindingen dat de gemiddelde gezondheidszorguitgaven in Wallonië een stuk hoger liggen per hoofd dan in Vlaanderen. Een verschil dat jaarlijks verder aangroeit.
In Wallonië trekt trouwens een op de vijf mensen een groter deel van de medische kosten terug, via het statuut verhoogde tegemoetkoming (het vroegere Omnio), terwijl dat er in Vlaanderen maar 1,3 op de tien zijn.
66 procent van de bijdragen aan de federale sociale zekerheid worden wel bijgedragen door Vlamingen, tegenover 26 procent door Walen. Dit komt door een groter percentage (33 procent Vlamingen, tegenover 27 procent Walen) en een hogere bijdrage per hoofd van de Vlamingen.
Conclusie: tandje bij
Het wordt dus hoog tijd dat Wallonië een tandje bijsteekt en meer bijdraagt aan de besparingen in onze gezondheidszorg, waar nu de Vlaming het grootste deel van de inspanningen moet leveren.