Pijnloos besparen in de gezondheidzorg, zonder te raken aan patiënt of zorgverlener, is dat wel mogelijk? Jazeker. Van bij het begin van de legislatuur hebben wij al voorstellen op tafel gelegd die ondertussen goed zijn voor een miljard euro, recurrent.

Een paar voorbeelden die op korte termijn geld uitsparen: het overgebruik van CT-scans aanpakken, inzetten op generische producten van geneesmiddelen en biosimilars, neussprays bij een banale verkoudheid niet langer terugbetalen, de overconsumptie van medicatie zoals maagzuurremmers en slaapmedicatie aanpakken.

Dring het aantal onnodige keizersneden terug, zet meer in op digitalisering, voer meer ingrepen uit in daghospitalisatie en zorg voor een verdere uitbreiding van het GMD-dossier (een huisartsdossier dat alle gegevens van de patiënt omvat zodat onder meer dubbelonderzoeken worden vermeden).

De lijst is dus lang. En onderbouwd door onderzoek, zoals het recente OESO-rapport dat onderschrijft dat jaarlijks tot 14 procent van het budget van de gezondheidszorg (van in totaal 26 miljard euro) in de vuilbak belandt door verspillingen (dat is ruim 3 miljard). En de lijst van maatregelen waar besparingen te rapen vallen ligt voor de hand, want aan geneesmiddelen en ziekenhuizen besteden we vandaag meer dan de helft van het budget van de hele gezondheidszorg.

Inhaalbeweging

En het bewijs is er deels: eind 2016 heeft de bevoegde minister het over een andere boeg gegooid en zich geëngageerd om werk te maken van een deel van onze voorstellen (voor 300 miljoen). Voor ons mag dat veel verder gaan, en het had ook vroeger gekund. Dan hadden we vandaag vlot een (paar) miljard speelruimte meer en zouden we niet in de zakken van onze zorgverleners moeten zitten.

Het kan vandaag nog altijd met een flinke inhaalbeweging, zodat de zorgverleners weer niet aangesproken moeten worden. Het gaat niet alleen over de tandartsen, die amper 3 procent van het Riziv-budget kosten, de kinesitherapeuten (3%) of de thuisverpleegkundigen (5%). Die laatste groep is er nog het slechtst vanaf want zij kunnen de remgelden niet eens innen, laat staan de tarieven verhogen tot een niveau dat aanvaardbaar en leefbaar is.

We vergeten dat de ziekenhuizen ruim een derde van het budget opsouperen, en toch niet toekomen met de middelen. Uit de recentste MAHA-studie van Belfius blijkt dat één op de drie in het rood staat. Waarom wordt er niet méér ingezet op thuiszorg? Dat bespaart per dag op zich honderden euro’s per patiënt (de ligdagprijs). Daarom schreven wij in het regeerakkoord dat er een hervorming zou komen van de ziekenhuisfinanciering. Een hervorming ook van de gezondheidszorgberoepen en hun verloning. Er mag gerust een tandje worden bijgestoken.

Ziekenfondsen

Het echte besparingspotentieel zit overigens in onze staatsstructuur en bij de ziekenfondsen. Een recent rapport van het Rekenhof leert dat de ziekenfondsen 235 miljoen euro te veel kregen. Zolang de mutualiteiten niet-wetenschappelijk onderbouwde praktijken zoals homeopathie, massages of saunabezoekjes terugbetalen en zich buiten hun kerntaken begeven (door reisjes te organiseren) is het vet daar duidelijk nog niet van de soep.

Ook de versnippering kost ons bakken geld. Zo betalen we jaarlijks 1 miljard extra voor mensen met overgewicht en obesitas (boven op alle gewoonlijke medische kosten), omdat we er niet in slagen om aan preventie te doen. Preventie is immers op deelstaatniveau geregeld, waar men slechts beschikt over een habbekrats van de federale budgetten en zonder de incentive - wie gezonder blijft met Vlaams geld, bespaart niet de Vlaamse maar wel de federale kas geld.